Na jaren van onderhandelen is op 21 juni 2023 het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en België getekend door staatssecretaris Van Rij, de Belgische minister van Financiën Van Peteghem en de Vlaamse minister van Financiën Van Diependaele. Op 23 juni is vanuit Belgische kant de tekst van het nieuwe verdrag beschikbaar gesteld. Dit nieuwe verdrag vervangt het huidige verdrag uit 2001. Het nieuwe belastingverdrag is belangrijk om dubbele belasting te voorkomen, misbruik te bestrijden en het biedt een oplossing voor enige lopende knelpunten onder het huidige verdrag, onder meer voor leraren, hoogleraren en sporters en artiesten.
Na publicatie zal het verdrag in beide landen moeten worden geratificeerd. In Nederland is hiervoor de goedkeuring van de Tweede Kamer en Eerste Kamer nodig (stilzwijgend dan wel uitdrukkelijk). Hiervoor stellen Nederland en België ook nog een gezamenlijke toelichting op het verdrag op. Het nieuwe belastingverdrag zal waarschijnlijk pas op zijn vroegst op 1 januari 2025 in werking treden.
Het nieuwe verdrag bevat diverse vereenvoudigingen voor ondernemen en werken over de grens. In het kort is het bestuurdersartikel vernieuwd, het hooglerarenartikel en het sporters- en artiestenartikel vervallen en is het pensioenartikelen niet gewijzigd. Deze wijzigingen zullen hieronder kort worden aangestipt.
Knelpunten weggenomen voor leraren, hoogleraren en voor sporters en artiesten
Zowel het hooglerarenartikel en het sporters- en artiestenartikel zijn geschrapt in het nieuwe verdrag. Onder het nieuwe verdrag betalen de over de grens werkende leraren en hoogleraren in principe belasting in het land waar zij werken. Onder het oude verdrag gold namelijk een woonstaatheffing voor de eerste twee jaren (‘tijdelijke werkzaamheden’) van grensoverschrijdende werkzaamheden, uitgevoerd door deze leraren en hoogleraren. Dit leidde tot een ongewenste discoördinatie tussen belastingheffing en sociale zekerheid; tijdens de eerste twee jaren gold namelijk een woonstaatheffing voor de fiscaliteit, terwijl de betreffende leraar/hoogleraar ingevolge Verordening 883/2004 verzekerings- ofwel premieplichtig was in de werkstaat (lex loci laboris). Met name in de tariefsfeer kon dit tot aanzienlijke voor- of nadelen leiden. Met oog op deze problematiek, heeft ITEM meermaals gepleit voor afschaffing van deze hooglerarenbepaling. Met het nieuwe verdrag is dit grensoverschrijdende knelpunt weggenomen en ontstaat meer gelijkheid.
Ten aanzien van sporters en artiesten geldt dat administratieve lasten worden voorkomen, aangezien zij onder het nieuwe verdrag (anders dan onder het huidige verdrag) bij een kortdurend optreden over de grens geen belasting in het andere land (werkland) verschuldigd zijn. Ook voor hen geldt onder het nieuwe verdrag een woonstaatheffing.
Antimisbruikbepalingen en belasting over de winst
Voorts bevat het nieuwe belastingverdrag ook bepalingen om belastingontwijking door misbruik van het verdrag aan te pakken. Het verdrag bevat namelijk een aantal anti-misbruikbepalingen waardoor een bedrijf dat is gevestigd in het ene land sneller dan nu het geval is winstbelasting moet betalen in het andere land waar het actief is. Deze bepalingen komen uit het internationale BEPS-project tegen belastingontwijking (Base Erosion and Profit Shifting). Er is tevens voorzien in een algemene antimisbruikbepaling waardoor het verdrag kan worden geweigerd als een constructie of transactie als doel heeft om belasting te vermijden.
De geëmigreerde DGA (directeur-grootaandeelhouder)
Het nieuwe verdrag bevat ook twee aanpassingen voor directeur-grootaandeelhouders met een eigen BV die naar België zijn geëmigreerd. Zo wordt het onder het nieuwe verdrag mogelijk voor Nederland om tot tien jaar na emigratie dividenden te belasten, ook als de BV is meeverhuisd naar België. Daarnaast is in het verdrag vastgelegd dat België onder het nieuwe verdrag geen belasting zal heffen bij verkoop van de aandelen of bij liquidatie van de BV als er nog een Nederlandse belastingclaim openstaat. Dit moet in dergelijke gevallen een claim zijn over de waardeaangroei van de aandelen van de directeur-grootaandeelhouder die ontstaan was in de periode dat deze aandeelhouder inwoner van Nederland was.
Wijziging bestuurdersartikel: een knip
Ten aanzien van het bestuurdersartikel bevat de wijziging een knip die gemaakt wordt tussen de werkzaamheden die zij verrichten als statutair bestuurder en de overige werkzaamheden. In grensoverschrijdende gevallen kan dit betekenen dat deze bestuurders onder het nieuwe verdrag in twee landen belastingplichtig zijn (niet slechts in het land waar de vennootschap is gevestigd).
Gepensioneerden over de grens: geen veranderingen
Hoewel alle hoop gevestigd was op een wijziging in het veelbesproken pensioenartikel in het oude verdrag (art. 18, lid 2), verandert er niets aan dit complexe pensioenartikel. Met name de situatie van in België woonachtige gepensioneerden met een Nederlands pensioen heeft de gemoederen de afgelopen jaren flink bezig gehouden. ITEM heeft hier meermaals aandacht voor gevraagd en gepleit voor een aanpassing van dit pensioenartikel. De centrale vraag hierbij is of België de Nederlandse pensioenen ‘voldoende’ belast vanuit Nederlands perspectief. Ook in de Nederlandse jurisprudentie is dit een discussiepunt in een veelvoud van rechtszaken. Nu België haar nationale fiscale wetgeving ten aanzien van dit punt heeft aangepast, is het afwachten in hoeverre deze problematiek nog de kop zal opsteken. Desalniettemin is het een gemis dat het complexe pensioenartikel geen aanpassing heeft ondervonden in het nieuwe verdrag.
Thuiswerken grenswerkers: nog geen oplossing
Een van de andere ITEM-speerpunten betreft de situatie van de thuiswerkende grenswerker. Over de situatie van grenswerkers die thuiswerken zijn Nederland en België echter nog in gesprek. Er is voor gekozen om de ondertekening van dit verdrag nu niet te laten wachten tot deze besprekingen zijn afgerond. Een dergelijke afspraak zal dan via een wijzigingsprotocol in het belastingverdrag worden geïmplementeerd. Hopelijk bereiken Nederland en België hierover op betrekkelijk korte termijn overeenstemming.
Kortom, met het nieuwe verdrag is een aantal belangrijke knelpunten voor werken en ondernemen over de grens weggenomen. Niettemin, blijft een aantal belemmeringen (thuiswerken over de grens en het pensioenartikel) de volle aandacht van ITEM behouden.