Grenseffectenrapportage 2016

Dossier 8: Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Het hele dossier is hier beschikbaar in het Nederlands en Engels.

 

Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling: Effecten van mandaat en capaciteiten van het Nederlandse UWV

Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling voor werkzoekenden en grensoverschrijdende dienstverlening voor werkgevers zijn geen discretionaire opties voor nationale openbare arbeidsbemiddelingsdiensten, maar een verplichte functie. De nieuwe EURES[1] Verordening (EU) 2016/589 bepaalt expliciet dat arbeidsbemiddelingsdiensten in grensregio’s nauwer moeten samenwerken. [2]

De verplichte functie is in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat alle werknemers kunnen profiteren van het vrije verkeer van werknemers, op een eerlijke basis en in overeenstemming met de wetgeving van de Unie, de nationale wetgeving en alle nationale praktijken, in de vorm van vrijwillige arbeidsmobiliteit. Dit is een verankerde fundamentele vrijheid, gebaseerd op artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), op basis waarvan gemeenschappelijke mechanismen zijn ingesteld voor de verwerking van vacatures, sollicitaties en cv’s, en de uitwisseling van informatie over arbeidsmobiliteit binnen de Unie.[3]

Methode

Het onderzoek naar de ‘Effecten van mandaat en capaciteiten van het Nederlandse UWV’ binnen ITEM’s Grenseffectenrapportage 2016 draait om de vraag welke effecten het huidige mandaat en capaciteiten van de Nederlandse overheidsdienst, het UWV[4], hebben op het functioneren van grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling langs de grens met België en Duitsland.

Het specifieke grensregiogebied dat in dit onderzoek is gebruikt, is de grens van de Nederlandse provincie Limburg met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en de relevante arbeidsmarktregio’s.[5] In deze regio heeft UWV samen met het Duitse Bundesagentur für Arbeit twee projecten opgezet om de samenwerking aanzienlijk te verbeteren, in de geest van de nieuwe EURES-verordening.

De Grenseffectenrapportage binnen dit onderzoek is, op basis van de bepaling van het geografisch gebied, primair gericht op het thema Euregionale cohesie. Aan de hand van een aantal indicatoren wordt voor dit specifieke project een beschrijving gegeven van de belemmeringen die voortkomen uit de functie en capaciteiten van het UWV. Het onderzoek is gebaseerd op kwalitatieve interviews met werknemers van uitzendbureaus en EURES-consultants, evenals op intensieve participerende observatie tijdens de ontwikkeling van de twee grensoverschrijdende partnerschappen. De beschikbaarheid van algemene cijfers, bijvoorbeeld over het aantal grensoverschrijdende plaatsingen door UWV of EURES, is beperkt, maar is ook minder relevant voor het onderzoek. Bovendien zouden dergelijke cijfers vergelijkbaar moeten zijn in grensregio’s, iets wat onmogelijk is met cijfers van Arbeitsagentur en VDAB, althans op dit moment.[6] Zelfs in een EURES-context zijn de verschillen in de definities en statistische methoden gewoon te groot.

Indicatoren

Een eerste en zeer belangrijke indicator binnen het onderzoek was de vraag of UWV de personele capaciteit had voor persoonlijke begeleiding van werkzoekenden over de grens. In het huidige kader biedt het UWV de begeleiding van werkzoekenden voornamelijk via online kanalen aan. Potentiële grensarbeiders worden niet gezien als werkzoekenden die extra aandacht nodig hebben, ondanks het feit dat zowel medewerkers van het UWV als van het Arbeitsagentur erkennen dat grensoverschrijdende bemiddeling meer tijd vraagt voor persoonlijke begeleiding.

Uit de uitspraken van medewerkers zou gemakkelijk geconcludeerd kunnen worden dat grensoverschrijdende dienstverlening moeilijk te integreren is in de reguliere dienstverlening.[7] Medewerkers of toezichthouders van het UWV moeten targets halen en die kunnen in gevaar komen door te veel aandacht te besteden aan grensoverschrijdende bemiddeling. Toch moet deze taak volgens de huidige aanpak van het UWV wel worden geïntegreerd in het standaard dienstenpakket.

Gelukkig hebben de regionale inspanningen vruchten afgeworpen door extra personeel in te zetten voor de samenwerkingsprojecten en de samenwerking tussen UWV en Arbeitsagentur te versterken, met name in Noord-Limburg. We moeten echter niet vergeten dat deze extra capaciteit slechts tijdelijk is en niet voor de lange termijn is gegarandeerd. De aandacht van lokale medewerkers voor ‘grensoverschrijdende bemiddeling’ is nog niet geïnstitutionaliseerd. Dit zijn strikt genomen uitzonderingen, want het voorbeeld in Zuid-Limburg laat zien dat het buitengewoon moeilijk is om vanuit het UWV aan extra menskracht voor de nieuwe grensoverschrijdende dienst te komen. De huidige capaciteit van het UWV lijkt een beperkende factor bij het uitvoeren van grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling.

Een tweede belangrijke indicator binnen dit onderzoek was de vraag of het UWV (met inachtneming van de beperkingen in het kader van de standaarddienstverlening) gebruik maakt van de mogelijkheden die EURES biedt voor grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling.[8] Voor de bemensing van de nieuwe grensoverschrijdende dienst in Kerkrade, die tot stand kwam in samenwerking met de partners in Zuid-Limburg, kon het Arbeitsagentur eigen EURES-adviseurs inzetten omdat deze mensen al grensoverschrijdende activiteiten uitvoerden, zoals het daadwerkelijk plaatsen van Nederlandse werkzoekenden bij Duitse werkgevers. Voor het UWV was dit niet op dezelfde manier mogelijk. Een oorzaak hiervan was het feit dat EURES-adviseurs in Nederland veel sterker gericht zijn op informatie en communicatie, en niet specifiek op de plaatsing van werkzoekenden. Een tweede oorzaak die kan worden aangewezen, is dat de personeelscapaciteit van EURES in Nederland aanzienlijk beperkter is dan die van de Arbeitsagentur.

Bovendien verrichten adviseurs in Nederland tot nu toe niet alleen grensoverschrijdende activiteiten, maar vooral ook transnationale activiteiten.[9] Dit betekent dat de manier waarop het UWV EURES gebruikt, op zichzelf een belemmering is voor een nauwere, meer systemische samenwerking met de arbeidsbemiddelingsdiensten langs de grens.

Een derde onderzochte indicator was de vraag hoe UWV de gegevens van buitenlandse werkzoekenden en werkgevers kan verwerken. Tot de zomer van 2016 was er geen eenvoudige manier voor Duitse en Belgische werkzoekenden om geregistreerd te worden in het systeem van het UWV; zonder ‘DigiD’ (Nederlandse identiteitsmanagement platform registratie) en Nederlandse postcode bleek registratie problematisch. Werkgevers hadden tot de zomer van 2016 ook technische problemen (met betrekking tot fiscale identificatienummers en postcodes). Ter vergelijking: de systemen van de Arbeitsagentur en de VDAB lijken meer open te zijn voor grensoverschrijdend gegevensverkeer. Dit zou betekenen dat het systeem systematische grensoverschrijdende samenwerking niet vergemakkelijkt.

Uit het onderzoek van ITEM kwam ook naar voren dat het UWV op dit moment niet de financiële middelen heeft om extra scholing van werkzoekenden te besteden om hen voor te bereiden op een baan aan de andere kant van de grens (taalcursussen e.d.). De ad hoc financiering via extra provinciale middelen of met behulp van een sectorplan heeft tot nu toe niet tot bevredigende resultaten geleid.

Conclusie

Uit de intensieve begeleiding en analyse van de Limburgse grensoverschrijdende projecten heeft ITEM kunnen vaststellen dat de huidige standaardaanpak in de capaciteiten van het UWV niet bevorderlijk zijn voor de doelstelling van nauwere grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling. Sterker nog, de regionale diensten in Limburg hebben tot nu toe geprobeerd deze institutionele beperkingen te omzeilen met individuele, ad hoc oplossingen.

_____________________________________________

[1] Europese diensten voor arbeidsvoorziening.

[2] Zie preambule, overweging 5, Verordening (EU) 2016/589 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2016 betreffende een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures).

[3] Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

[4] UWV is het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Volgens eigen zeggen faciliteert het een deskundige en efficiënte uitvoering van werknemersverzekeringen en biedt het arbeidsmarkt- en datadiensten aan.

[5] Dit zijn de Nederlandse arbeidsmarktregio’s Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg, en aan de Duitse kant het Arbeitsagenturbezirk voor Aken-Düren, Mönchengladbach en Krefeld.

[6] Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.

[7] Persoonlijke begeleiding speelt een cruciale rol in de standaard dienstverlening van het Bundesagentur für Arbeit, en dit biedt het Bundesagentur ook aan Nederlandse werkzoekenden.

[8] Eures is een onderdeel van het Europese EaSI-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie. Het is een financieringsinstrument van de EU dat bedoeld is om een aantal doelen te bevorderen, waaronder kwalitatieve, duurzame werkgelegenheid.

[9] Na de zomer van 2016 veranderde dit; nu zijn zes van de zestien Nederlandse EURES-adviseurs volledig gericht op grensoverschrijdende activiteiten.