Grenseffectenrapportage 2020

Dossier 1: De impact van de Corona-crisis op grensoverschrijdende regio’s

Volledig dossier

Het hele dossier is hier beschikbaar in het Engels.

Dossier 1: The impact of the Corona crisis on cross-border regionsEx-ante study on the cross-border effects of the EU’s proposed Minimum Wage Directive (TEIN study)

Een ex-post beoordeling van grensoverschrijdende coördinatie, of niet-coördinatie, van crisisrespons

Gezamenlijke onderzoekssamenwerking met het Transfrontier Euro-Institut Network (TEIN)

Algemene inleiding

Martin Unfried (red.)

Dr. Nina Büttgen (red.)

Saskia Marks

De (aanhoudende) impact van de COVID-19 pandemie kan nauwelijks worden overschat. Toen het virus zich (tijdens de eerste golf) verspreidde, werden hele regio’s en landen in quarantaine geplaatst en werden grenzen van de ene dag op de andere gesloten. Dit dossier richt zich op de impact die crisisbeheer in een vroeg stadium heeft gehad op (grensoverschrijdende) regio’s. Om inzicht te krijgen in hoe die impact werd gevoeld in verschillende regio’s in Europa, is het onderzoek uitgevoerd in nauwe samenwerking met verschillende TEIN-partners.

Het dossier biedt een ex post effectbeoordeling van de verschillende “Corona-maatregelen” op grensoverschrijdende regio’s, toen het virus het Europese continent voor het eerst “trof”. Er wordt specifiek gekeken naar de (niet-)coördinatie van crisisbeheersingsmaatregelen en grenscontroles. In hoeverre werd de situatie beïnvloed door de focus op nationale cijfers, nationale capaciteiten op het gebied van gezondheidszorg en nationale maatregelen? Hoe intensief was de grensoverschrijdende coördinatie en welke gevolgen had dit voor de ontwikkeling en bestrijding van de crisis? Dergelijke vragen zijn van cruciaal belang om na te denken over de buitengewone impact die de “Corona-crisis” heeft gehad op geselecteerde grensoverschrijdende regio’s, toen veel Europese basisbeginselen en vrijheden van de ene op de andere dag vrijwel overboord leken te zijn gegooid.

Naast het bestuderen van de effecten op de grensoverschrijdende regio tussen België, Duitsland en Nederland (Euregio Maas-Rijn / EMR), zal deze ITEM Grenseffectenrapportage – voor de eerste keer – de grenseffecten op verschillende Europese regio’s tegelijkertijd onderzoeken. Het COVID-19 onderzoeksproject is een samenwerking tussen ITEM en verschillende partners van het Transfrontier Euro-Institut Network (TEIN), een uniek netwerk bestaande uit universiteiten, onderzoeksinstellingen en opleidingscentra gewijd aan grensoverschrijdende samenwerking in Europa.[1] Dit Dossier toont de resultaten van deze vruchtbare samenwerking tussen ITEM en de volgende TEIN-leden: het Euro-Institut (Bovenrijn regio die de grensoverschrijdende regio tussen Duitsland, Frankrijk en Zwitserland bestrijkt), het Centre for Cross Border Studies/CCBS (de grensoverschrijdende regio tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland / het Verenigd Koninkrijk (VK) en het B/ORDERS IN MOTION Research Centre van de Europese Universiteit Viadrina Frankfurt Oder (de Duits-Poolse grensregio en de Twin Towns Frankfurt Oder Słubice). Hierna wordt in elk regionaal rapport een uitgebreidere definitie gegeven van het betreffende grensoverschrijdende gebied en wordt de geografische reikwijdte van het betreffende onderzoek geschetst.

Methodologie

Dit gezamenlijke onderzoeksinitiatief van ITEM en de TEIN-partners biedt een welkome gelegenheid om de Grenseffectenrapportage-methode, zoals ontwikkeld door ITEM sinds 2016, voor het eerst toe te passen in een bredere setting. Vandaar dat dit Dossier dient om de toepasbaarheid van de methode in andere grensoverschrijdende regio’s in Europa te testen. Toch is de onderzoekssamenwerking, gezien het pilootkarakter, bewust beperkt gehouden tot een kleine selectie van grensoverschrijdende regio’s. Ondertussen vormt de ongekende omvang en impact van de Coronaviruscrisis een zeer geschikt en intrigerend onderwerp voor het uitvoeren van onderzoek naar Grenseffectenrapportage in zo’n brede setting – vooral gezien de grote verschillen in de ernst van de gevolgen van de pandemie in de hele EU. In feite heeft de Europese Commissie al informeel haar waardering uitgesproken voor dit soort gezamenlijke onderzoeksinitiatieven en de organisatie aangemoedigd om in de toekomst door te gaan met dergelijke gezamenlijke werkzaamheden om pan-Europese grensoverschrijdende kwesties te onderzoeken binnen de context van het TEIN-netwerk.

Het brede geografische toepassingsgebied en de relatief recente effecten van de COVID-19-pandemie hebben belangrijke gevolgen voor de gegevensverzameling. Om praktische redenen is de periode voor het verzamelen van gegevens vastgesteld van 1 maart tot 30 juni 2020. Het is echter mogelijk dat op het moment van schrijven (juli 2020) nog niet alle gegevens zijn gepubliceerd die nodig zijn om het effect van de COVID-19-pandemie te beoordelen. Op basis van de ervaring met de ITEM Grenseffectenrapportage van voorgaande jaren,[2] is vanaf het begin geanticipeerd op moeilijkheden bij het verzamelen van gegevens – met name op lager niveau of om specifieke grensoverschrijdende ‘stromen’ te benadrukken. De auteurs zullen de specifieke beperkingen van de gegevensverzameling per regio signaleren.

Enerzijds vanwege deze verwachte beperkingen met betrekking tot kwantitatieve gegevens, maar anderzijds ook om kwalitatieve indicatoren te testen, zijn ITEM en haar TEIN-partners overeengekomen om verdere relevante informatie te verzamelen door middel van ‘achtergrondgesprekken’ met belanghebbenden in hun respectieve regio’s. Dit gespreksmateriaal is gebruikt om de analyse en het verhaal van elk onderzoeksrapport te verfijnen. Deze gesprekken zijn gebruikt om de analyse en het verhaal van elk onderzoeksrapport te verfijnen. Ook bij deze aanpak wordt rekening gehouden met mogelijke (politieke) gevoeligheden met betrekking tot de besproken problemen, waarbij wordt benadrukt dat de informaliteit van de verstrekte informatie steeds weer in het belang van de respondent is.

Samenvatting Thematische aanpak

De veelzijdige aard van dit onderwerp komt tot uiting in het feit dat alle drie centrale onderzoeksthema’s – Europese integratie, sociaaleconomische/duurzame ontwikkeling en Euregionale cohesie – uitgebreid aan bod komen.

In het licht van het thema Europese integratie richt de beoordeling zich op het bestaan en de duur van grenscontroles en reisverboden; er wordt gekeken naar de gevolgen voor grensarbeiders, bedrijven, studenten en anderen. De impact van de crisis op de fundamentele vrijheden van verkeer van EU-burgers wordt geanalyseerd en dus vooral op het dagelijks leven in een grensoverschrijdende regio.

Wat de sociaaleconomische/duurzame ontwikkeling van deze regio’s betreft, wordt Europa (en de wereld) na de door Corona veroorzaakte blokkade geconfronteerd met een van de grootste recessies sinds de Tweede Wereldoorlog.[3] Daarom zal worden onderzocht in hoeverre de Coronamaatregelen kunnen worden gekoppeld aan een vermindering van grensoverschrijdende economische activiteiten door bedrijven of aan ergere economische problemen. Wat heeft (het gebrek aan) coördinatie van deze maatregelen betekend voor de handel en economie in de geselecteerde grensoverschrijdende gebieden? Er zal ook worden gekeken naar mogelijke gevolgen voor de economische ontwikkeling van grensoverschrijdende regio’s in de toekomst.

Er rijzen meer kritische vragen wanneer het onderwerp wordt benaderd vanuit het perspectief van Euregionale cohesie: of en hoe heeft grensoverschrijdende samenwerking tijdens de crisis gefunctioneerd? Werden nationale maatregelen zodanig gecoördineerd dat fricties voor de grensregio’s werden voorkomen? Hoe was de samenwerking in de gezondheidszorg gestructureerd en hoe kan deze in de toekomst gestructureerd worden? Wat was het effect van de sluiting van de grenzen op de perceptie van de burgers met betrekking tot de cohesie van het grensoverschrijdende gebied? Dienovereenkomstig zal de analyse zich richten op de lessen die kunnen worden getrokken voor Europees/grensoverschrijdend crisisbeheer in de toekomst en voor de aanpak van het herstel van de Corona-crisis. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen van elk regionaal verslag samengevat.