De herziene Schengengrenscode – een ex post evaluatie in tijden van grenscontroles (gezamenlijke studie van ITEM en TEIN)

Grenseffectendossiers

Dit project is mogelijk gemaakt door medefinanciering van de provincie Zeeland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De kern van de Europese Unie is haar interne markt, die is gebaseerd op open grenzen en het vrije verkeer van personen: het Schengengebied. In 2025 bestaat Schengen 40 jaar. “In een ruimte waar personen zich vrij kunnen verplaatsen, moet de herinvoering van grenscontroles aan de binnengrenzen een uitzondering blijven. Er mogen geen grenscontroles worden uitgevoerd of formaliteiten worden opgelegd louter omdat een dergelijke grens wordt overschreden”, herinnert overweging 21 van de Schengengrenscode. Toch is de lijst van aangemelde grenscontroles zelden zo lang geweest.

Veel grenregio’s aan de binnengrenzen van de EU worden momenteel geconfronteerd met de herinvoering van grenscontroles. In deze gebieden kunnen de (negatieve) gevolgen van dergelijke controles bijzonder zichtbaar zijn vanwege de hoge mate van integratie, de intensieve grensoverschrijdende samenwerking en het dagelijkse grensverkeer. Op 24 mei 2024 heeft de Raad van de Europese Unie zijn definitieve goedkeuring gegeven aan de nieuwe Schengengrenscode, met tal van wijzigingen die bijzonder interessant zijn voor grensregio’s. Naast wijzigingen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen en binnengrenzen, wordt in de code expliciet gesproken over “grensoverschrijdende” regio’s (wat iets anders is dan de term grensregio). Uiterlijk op 11 januari 2025 moeten de lidstaten met gemeenschappelijke binnengrenzen bepalen welke delen van hun grondgebied als grensoverschrijdende regio’s worden beschouwd, rekening houdend met de sterke sociale en economische banden tussen deze regio’s, en dit aan de Commissie meedelen. De lidstaten moeten ook de gevolgen van grenscontroles voor deze grensoverschrijdende regio’s beoordelen.

De gezamenlijke grenseffectenrapportage van ITEM en het Transfrontier Euro-Institut Network (TEIN) combineert dit jaar zowel ex-post- als ex-ante-analyses. Er worden verschillende grensregio’s in Europa onderzocht, waaronder casestudy’s van Benelux-Duitsland, Duitsland-Frankrijk, Duitsland-Zwitserland, Frankrijk-Spanje, Hongarije-Oostenrijk en Luxemburg-Duitsland. De belangrijkste vragen die aan dit onderzoek ten grondslag liggen, zijn tweeledig. Ten eerste: wat zijn de huidige effecten van de herinvoering van controles aan de binnengrenzen op (grens)regio’s, met inbegrip van de verschillen tussen sterk geïntegreerde Euroregio’s en andere grensgebieden? Hierbij wordt onder meer onderzocht hoe de controles van invloed zijn op het grensoverschrijdend woon-werkverkeer, studeren en vrije tijd; of de reistijden en incentives om over de grens te werken zijn veranderd; wat de gevolgen zijn voor bedrijven en dagelijkse dienstverlening in grensgebieden; en hoe de samenwerking, coördinatie en het vertrouwen tussen naburige autoriteiten en instellingen in de praktijk worden beïnvloed. Ten tweede, welke mogelijke gevolgen kunnen voortvloeien uit de gewijzigde Schengengrenscode, met inbegrip van de nieuwe verplichting om grenseffectbeoordelingen uit te voeren? Het onderzoek is bijzonder relevant als bottom-up academische exercitie op een moment dat de lidstaten voor het eerst wettelijk verplicht zijn om de waarschijnlijke effecten van controles aan de binnengrenzen op grensregio’s te beoordelen. Het is ook opmerkelijk dat de term “grensoverschrijdende regio” nu voor het eerst in de EU-wetgeving voorkomt. Een kerndoelstelling van het onderzoek is na te gaan of en hoe de lidstaten deze effecten beoordelen, en of deze analyse al tot uiting komt in de kennisgevingen die aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd. Ons onderzoek is ook bedoeld om de lidstaten bij te staan en eerste resultaten te leveren in het kader van een deugdelijke ex-antebeoordeling.

Grenseffectenrapportage

Partners