Erkenning van beroepskwalificaties
De richtlijn
De erkenning van beroepskwalificaties is al sinds de begindagen van de Europese Gemeenschap (zoals vastgelegd in het Verdrag van Rome) een van de capaciteiten van Europa. In de loop der tijd is er een groot aantal instrumenten ontstaan om de mobiliteit van beoefenaars van gereglementeerde beroepen te vergemakkelijken.[1] Het meest recente is Richtlijn 2013/55/EU, die een aantal aspecten van de bestaande Richtlijn 2005/36/EG actualiseert. In de praktijk melden beroepsbeoefenaren moeilijkheden in praktische zaken zoals het verkrijgen van informatie en de duur en kosten van de procedures. Centraal in dit onderzoek naar de erkenning van beroepskwalificaties staat de vraag hoe bepaalde praktische zaken die van bijzonder belang zijn voor de grensarbeider in bepaalde landen/staten moeten worden geïmplementeerd en gehandhaafd na de modernisering van Richtlijn 2005/36/EG door Richtlijn 2013/55/EU.
Geografisch gebied
Het onderzoek naar de erkenning van beroepskwalificaties als onderdeel van de Grenseffectenrapportage van ITEM richt zich op drie landen/staten, waarbij specifiek wordt uitgegaan van het gebied dat direct grenst aan de provincie Limburg. Omdat de erkenningsprocedures voor grensarbeiders dezelfde zijn als voor een beroepsbeoefenaar uit een land dat niet direct grenst aan de provincie Limburg, heeft het onderzoek echter bredere implicaties. Het onderzoek omvat dan ook de gehele Nederlands-Belgische grens en het gehele grensgebied tussen Nederland en de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen.
Herkenningssystemen
De Europese regelgeving op het gebied van erkenning van beroepskwalificaties wordt ‘op verschillende plaatsen’ geïmplementeerd. Omdat de richtlijn voorziet in twee systemen voor automatische erkenning (alleen beschikbaar voor specifieke beroepen) en één algemeen systeem voor erkenning (waaronder de meeste beroepen vallen), wordt de Europese regelgeving op dit gebied over het algemeen geïmplementeerd in horizontale en sectorspecifieke wetgeving. Als gevolg hiervan verschilt het proces van erkenning over het algemeen per beroep en sector.
Voor het dossier erkenning beroepskwalificaties heeft ITEM een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke grenseffecten van Richtlijn 2013/55/EU. Als gevolg van de gefragmenteerde aard van de wetgeving inzake de erkenning van beroepskwalificaties en het feit dat de procedures meestal op beroeps- of sectorniveau worden gedefinieerd, richt het onderzoek zich op de volgende beroepen: medisch specialisten, verplegend personeel, kinderverzorgers en elektriciens. Deze geselecteerde beroepen vertegenwoordigen verschillende scenario’s voor erkenning onder de Europese wetgeving en behoren tot de meest mobiele sectoren onder Richtlijn 2005/36/EG.[2]
Het onderliggende concept van de erkenning van beroepskwalificaties is gebaseerd op enkele basisprincipes. Het onderwerp is met name relevant in de context van het burgerschap van de Unie, het vrije verkeer van personen, non-discriminatie en het beginsel van wederzijdse erkenning. Om te toetsen of Nederland, België en Noordrijn-Westfalen Richtlijn 2013/55/EU hebben geïmplementeerd in het licht van deze beginselen, heeft ITEM de wetgeving voor de vier geselecteerde beroepen getoetst aan negen verschillende indicatoren.
Deze indicatoren werden gedefinieerd vanuit het perspectief van de grensarbeider. Specifieke factoren die in overweging werden genomen, waren de beslissingstermijn, de kosten van de procedure, de taal van de vereiste documenten die door de autoriteiten worden aanvaard, de hoeveelheid vereiste documenten, het aantal verschillende bureaucontacten die tijdens het hele proces nodig zijn, de beschikbaarheid van een centraal informatiepunt, de optie voor elektronische procedures, of er een bijstandscentrum beschikbaar is en de manier waarop beroepskwalificaties worden erkend. Na de analyse van de indicatoren per beroep en per land/staat werd een score toegekend aan elk beroep (max. 900).
Uit het onderzoek blijkt dat de erkenningsprocedures voor de verschillende beroepen verschillend scoren in de verschillende landen. Over het algemeen scoorden artsen lager, verpleegkundigen gemiddeld en kinderverzorgers en elektriciens hoger en lager, afhankelijk van het bestudeerde gebied. De analyse toonde ook aan dat procedurele aspecten de voornaamste bron van negatieve grenseffecten kunnen zijn. Dit heeft specifiek betrekking op de kosten van erkenningsprocedures, de methode om erkenning aan te vragen, de taal waarin de documenten zullen worden aanvaard en onduidelijkheid over het verkrijgen van informatie.
Conclusie
Er kan worden geconcludeerd dat de onderzochte landen/staten de feitelijke bepalingen van Richtlijn 2013/55/EU naar behoren hebben geïmplementeerd, dus vanuit materieel oogpunt zou het mogelijk moeten zijn om een functionerend erkenningsproces op te zetten. Niettemin blijkt uit de analyse dat een aantal praktische kwesties tot belemmeringen kan leiden, waardoor de onderzochte landen/staten niet altijd de meest gunstige faciliteit voor de grensarbeider bieden. Het feit dat sommige autoriteiten alleen documenten in één taal accepteren is een voorbeeld van zo’n probleem; ook het identificeren van de juiste bevoegde autoriteit voor de erkenning en onduidelijkheid over de kosten van het proces kunnen een probleem zijn. Meerdere taalkeuzes voor documenten en effectievere informatiestromen zouden het erkenningsproces helpen stroomlijnen.
Tot slot nog een laatste opmerking over dit dossier. Ondanks het feit dat de scores lijken te suggereren dat de negatieve grenseffecten beperkt zijn, geeft het grote aantal gevallen in de praktijk waarin problemen met erkenning worden ondervonden aan dat de realiteit anders is. Dit toont een discrepantie aan tussen de wetgeving en de praktijk van het verkrijgen van erkenning. Hoewel de wetgeving niet bijzonder problematisch is, vertelt de realiteit een ander verhaal. Het wegwerken van deze kloof tussen de wetgeving en de praktijk is een essentiële doelstelling in verband met de erkenning van beroepskwalificaties.
_____________________________________________
[1] Een gereglementeerd beroep is een beroep waarvoor specifieke vereisten voor de uitoefening van het beroep wettelijk zijn vastgelegd. Als gevolg van het vrije verkeer van personen is de toegang tot niet-gereglementeerde beroepen in de EU onbeperkt.
[2] Werkdocument van de diensten van de Commissie – Effectbeoordeling – Begeleidend document bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt, SEC(2011) 1558 definitief, blz. 6.