PERSBERICHT: De toekomst van duurzame infrastructuur is aangebroken; en we hebben een strategische visie nodig

Nieuws

Mobiliteit en infrastructuur

27 september 2023, Brussel | “De groene transitie in mobiliteit gaat goed, maar het kan nog veel beter. Tot 2040 en 2050 zal de infrastructuur die we moeten bouwen, onmogelijk op individueel niveau te realiseren zijn.” Met deze conclusie onderstreepte Turi Fiorito, directeur van de European Federation of Inland Ports (EFIP), hoe belangrijk grensoverschrijdende samenwerking is om de toekomst van duurzame infrastructuur en mobiliteit veilig te stellen, de essentie van het HNP & ITEM Side Event over duurzame grensoverschrijdende infrastructuur en mobiliteit in de Noordwest-Europese Delta Corridor.

Kijk terug op YouTube

Hoe realiseer je transnationale duurzame Europese corridors in grensoverschrijdende regio’s
Op 27 september 2023 kwamen Europese politici, beleidsmakers, wetenschappers en studenten samen om te discussiëren over de toekomst van duurzame infrastructuur en mobiliteit in Europa, waarbij de focus specifiek lag op de samenwerking tussen grensoverschrijdende regio’s in Nederland, Noordrijn-Westfalen en de Benelux. Het evenement werd georganiseerd door het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) en het Instituut voor Transnationale en Euregionale grensoverschrijdende samenwerking en Mobiliteit (ITEM).

In het gezamenlijke openingsinterview bespraken Prof. dr. Anouk Bollen, directeur ITEM, en Arthur van Dijk, voorzitter van het HNP en Commissaris van de Koning van de Provincie Noord-Holland, de Europese behoefte aan duurzame infrastructuur en mobiliteit. Transportcorridors die zich over een groot oppervlak uitstrekken en meerdere regio’s en Europese landen omvatten, bieden een schone manier om goederen, zoals energie, te transporteren. Een groene toekomst vereist dus grensoverschrijdende samenwerking. “Lidstaten denken soms alleen aan zichzelf, maar transport en logistiek moeten naadloos over grenzen heen lopen. Het is belangrijk om goed beleid te hebben,” aldus Van Dijk. En daarvoor is onderzoek van vitaal belang, gaf Bollen aan. “Wij als ITEM doen onderzoek vanuit een grensoverschrijdend perspectief, leveren de inhoud, laten de obstakels zien en presenteren mogelijkheden en oplossingen.”

Geleerde lessen tot dusver
Noordwest-Europa heeft een belangrijke rol te vervullen in het realiseren van een duurzame toekomst voor transport en mobiliteit, met reeds lopende Europese projecten om groene grensoverschrijdende mobiliteit te onderzoeken. Welke lessen hebben we geleerd en welke verbeteringen kunnen we in de toekomst aanbrengen? Markus Bangen, CEO van de Duisburg Haven, verklaarde dat de best practices die voortkomen uit de samenwerking met de havens in Europa waardevol zijn en zich op verschillende manieren terugbetalen. “Voor gezamenlijke projecten heb je vertrouwen nodig. Successen helpen bij het opbouwen van vertrouwen en maken het makkelijker om in de toekomst gezamenlijke projecten te doen.” zegt Bangen.

Europese binnenhavens zijn volop bezig met het vinden van duurzame oplossingen zoals waterstof en walstroom, hoewel er nog veel obstakels te overwinnen zijn. Volgens Fiorito is een goede afstemming van de verschillende politieke, financiële en fiscale systemen tussen de EU-lidstaten essentieel en ligt de sleutel tot het overbruggen van deze verschillen in de handen van politici. Fiorito: “We vergeten soms dat lange-termijn politieke betrokkenheid van twee kanten van de grens komt. Er zijn verschillende autoriteiten. Als je die betrokkenheid niet hebt, vertraagt alles.” Ook de Noordzeehaven is van plan om de toegankelijkheid te verbeteren. Het project Rail Gent-Terneuzen wil bestaande spoorlijnen op drie belangrijke punten met elkaar verbinden, maar stuit op obstakels. “In de eerste aanloop hebben we een intentieverklaring getekend. Maar toen het erop aankwam, besloten toonaangevende organisaties hun eigen ding te doen door het spoor te ontwikkelen. Maar in de grens moet er overeenstemming zijn”, aldus Hans de Meij, projectcoördinator Spoor Gent-Terneuzen, Noordzeehaven.

De jeugd heeft de toekomst
Wanneer we het hebben over de toekomst van duurzaam transport en mobiliteit, is het belangrijk om de stem te laten horen van de generatie die het meest te maken krijgt met de gevolgen van (het gebrek aan) passend groen beleid. De obstakels die in het vorige panel werden genoemd zijn niets nieuws voor Robert-Jan van der Zwaag, voorzitter van de Jonge RDW (Rijksdienst Wegverkeer), maar er moet meer gebeuren als we willen dat de volgende generatie de komende uitdagingen aankan. “Jongeren worden vaak vergeten bij het maken van plannen. Ze worden gezien als een manier te promoten te maken, maar worden niet echt meegenomen in de plannen. Vooral op het gebied van duurzame ontwikkeling.” Als dit niet tijdig gebeurt, zijn we niet alleen onze beloften als beleidsmakers aan het publiek nu niet nagekomen, maar doen we ook de toekomstige generaties te kort.

Studenten Jenna van Roovert en Guy Dumoulin, die deelnamen aan het PREMIUM Project (van de Universiteit Maastricht): ITEM, over grensoverschrijdend openbaar vervoer, ondervroegen medestudenten die vanuit Aken en Luik reizen. Er is geen directe lijn tussen deze steden, wat de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer hier negatief beïnvloedt. Veel jongeren hebben hier dagelijks last van. En zolang zij geen deel uitmaken van het gesprek, is het moeilijk om beleidsbeslissingen te nemen met jongeren in het achterhoofd.

Barrières aanpakken en oplossingen presenteren
Het derde panel omvatte een levendig debat over het ontwikkelen van een duurzame visie met bijbehorend beleid. Herald Ruijters, waarnemend adjunct-directeur-generaal van DG MOVE bij de Europese Commissie, ging in op de rol van de EU en haar pakket voor duurzaam transport en mobiliteit: TEN-T, dat tot doel heeft alternatieve brandstoffen en milieuvriendelijke vervoerswijzen te stimuleren. Er moet echter nog veel werk worden verzet om in 2050 volledig CO2-neutraal te zijn, zoals het overbruggen van verschillen in wetgeving en vergunningen. Volgens Martin Unfried, senior onderzoeker bij ITEM, zijn er nieuwe instrumenten en grensoverschrijdende initiatieven nodig om procedures en werkprocessen in verschillende landen op elkaar af te stemmen. “We hebben veel intentieverklaringen gezien, maar we hebben meer implementatie-instrumenten nodig. Innovatieve instrumenten, zoals gecoördineerde vergunningen of nieuwe grensoverschrijdende coördinatie van ruimtelijke ordening. Er zijn dingen die we moeten doen om deze projecten te versnellen.”

Karin de Schepper, directeur van Inland Navigation Europe (INE), legde uit hoe de binnenvaart bijdraagt aan een beter milieu en helpt om duurzaamheidsdoelstellingen op grensoverschrijdend niveau te bereiken. “We doen ons best met politieke verklaringen. Maar op een gegeven moment moet je implementeren. Als je kijkt naar de binnenvaartinfrastructuur, dan heb je betrouwbaarheid nodig.” Net als de binnenwateren spelen zeehavens een centrale rol in duurzaam transport en infrastructuur omdat ze dienen als grensoverschrijdende multimodale knooppunten. Lieselot Marinus, hoofd EU public affairs van de haven van Antwerpen-Brugge, ziet een duidelijke rol weggelegd voor zeehavens: “De energietransitie is cruciaal en havens nemen een steeds actievere rol op zich. Connectiviteit met andere havens en het achterland is belangrijk. Een geharmoniseerd EU-beleid is nodig om deze doelen te bereiken.”

Toezeggingen garanderen in Noordwest-Europa
Nadat in de vorige drie panels barrières, obstakels en oplossingen waren gepresenteerd, werd het evenement afgesloten met het vierde en laatste panel, waarin werd besproken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de toezeggingen voor een schonere toekomst worden nagekomen. Udo Schieverding, adjunct-staatssecretaris van het ministerie van Milieu, Natuurbehoud en Transport van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, begrijpt dat de uitwisseling best practices de sleutel is tot samenwerking: “De transportcorridors in Nederland en Vlaanderen zijn de motor van een van de meest economische regio’s in Europa. Ze zijn een voorbeeld van slim gebruik van bestaande wegen.”

Niet alleen grensoverschrijdende regio’s, maar ook andere entiteiten zoals de EU-lidstaten, de EU-instellingen en de Benelux Unie zijn belangrijk om de samenwerking in Noord-West Europa te versterken en de beloften voor de komende jaren waar te maken, zoals Frans Weekers, secretaris-generaal van de Benelux Unie, stelde.

Tot slot herhaalt HNP-voorzitter Van Dijk, tevens oud-voorzitter van Transport en Logistiek Nederland (TLN), deze sentimenten en spreekt hij uit te blijven werken aan een groene en duurzame toekomst in transport en mobiliteit. “We hebben veel intentieverklaringen ondertekend, maar we hebben politiek leiderschap met een visie nodig. Het is een mentaliteitsverandering waarbij je iedereen moet betrekken,” zegt hij, inclusief de relevante belanghebbenden in de EU, en het is een opdracht aan ons allemaal. Bollen is het daarmee eens: “Het vereist politieke bereidheid om te luisteren naar wat nodig is. De uitkomsten van vandaag zullen ook worden meegenomen in de ITEM Jaarconferentie op 17 november in Den Haag“.