Thuis werken en enig veldwerk doen. Het is me een genoegen om tijdens de lunchpauze of in de avond de grens op te zoeken en te bewandelen, want ik wil weten hoe onze zuiderburen de grens hebben afgezet. De Nederlands-Belgische grens is zo’n 300 meter van mij vandaan. Pas onlangs realiseerde ik me dat mijn vader die grens ooit bewaakte, in de zestiger jaren als lid van de Koninklijke Marechaussee. Door de Europese eenwording werd de grens steeds minder zichtbaar, tot het coronavirus toesloeg. Zonder vignet voor woonwerkverkeer mag je niet meer passeren over de hoofdwegen. Met de auto over de vele sluipwegen gaat niet door de roadblocks en hekken die overal geplaatst zijn. Met de fiets of te voet kan, soms met enige moeite, maar mag niet. Geen Nederlandse politieagent te zien, wel veel Belgische agenten. Ze handhaven de regels die de laatste weken telkens verscherpt zijn.
Wat helaas ook is verscherpt, is de toon over Nederland. Sommige Vlaamse burgemeesters stoken het vuurtje richting Nederland op, dat laks en laat zou zijn in de strijd tegen het coronavirus, waardoor de Nederlanders het virus in België zouden verspreiden.[1] Je kunt verdrietig worden over de valse tonen aan de andere kant van de grens.[2] Hoewel de getroffen maatregelen tussen de twee landen enigszins verschillen, is het heel stil op straat, in België én in Nederland. We delen het virus en we delen de doden. Hoe betreurenswaardig dan ook, het aantal en de stijging zijn relatief gezien hetzelfde in België en Nederland.[3]
Er zou meer begrip moeten zijn voor ‘s lands nationale bewustwording en timing van de invoering van maatregelen, voor de cultuur van beslissen en handhaven, voor de manier waarop tegen autoriteit versus autonomie wordt aangekeken, en voor de verschillende nationale gezondheidszorgsystemen, waarbij de Europese Unie nauwelijks een rol speelt.
Culturele verschillen tussen landen zijn te begrijpen door de invloedrijke dimensies van Hofstede erbij te pakken (zie onderstaande grafiek). Het zijn er zes, maar de grootste verschillen tussen Nederland en België zijn de scores op de dimensies ‘power distance’ en ‘masculinity’. Kort gezegd komt het erop neer dat Nederlanders zich onafhankelijker opstellen en minder waarde hechten aan hiërarchie dan de Belgen, en naar draagvlak streven via onderhandelingen en compromissen. In crisissituaties kan dit in Nederland tot kostbaar tijdverlies leiden voordat men in actie komt. Ook op de zogeheten dimensie ‘uncertainty avoidance’ is het verschil groot. Dat betekent dat Belgen veel waarde hechten aan veiligheid, en dat zij verwachten dat veiligheid met ferm gezag van hogerhand wordt geregeld. Het zijn stereotypen, maar hoe treffend is dit in het licht van de Belgische en Nederlandse maatregelen tegen het coronavirus!
Grafiek: Vergelijking Hofstede dimensies Nederland-België (vergrote versie)[4]
© gertjanhofstede.com
Omwille van hun veiligheid bakenen de Belgen de grens dus nauwgezet af, al moet ze midden door de halfgeopende Zeemanwinkel van het Belgische Baarle Hertog en het Nederlandse Baarle Nassau.[5] In de ogen van de Belgen is dat te begrijpen, en ook dat ze de Nederlanders met hun beleid laks en laat vinden. Echter, in beide landen zijn de burgers en de media vol lof over hun nationale leiders en experts. Hier wreekt zich het gebrek aan afstemming tussen regeringen, waardoor burgers van Nederland en België tegenover elkaar komen te staan.
Een curiositeit trof ik aan voor (het Nederlandse) Château Neercanne bij de grens tussen Maastricht en Kanne, waar de hekken en linten tientallen meters van de officiële grens op Nederlands grondgebied staan. De mooie grenspalen uit 1843, de asfaltering én Google Maps zijn eenduidig in waar de grens loopt. Eigenlijk zouden de Belgische politieagenten die bij de hekken patrouilleren een vignet moeten hebben om op Nederlands grondgebied te verblijven……
Foto van Grensovergang Kanne-Maastricht door Frank Cörvers. Onderaan de foto is nog net de overgang van de asfaltering te zien: daar ligt de grens.
Door Frank Cörvers, hoogleraar ‘Demografische transitie, mensenlijk kapitaal en werkgelegenheid’ aan de School of Business and Economics (SBE) en verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM en Neimed.